Het kan zijn dat uw kind duimt, vingerzuigt, ademt door zijn mond, slist of een afwijkende slik heeft. Vaak is er dan sprake van een verkeerde tongpositie. Hierdoor kan de kaak van uw kind een andere vorm aannemen. Het is van belang om de aangeleerde mondgewoonten te veranderen en het evenwicht van de spieren in en om de mond te herstellen. Als uw kind al wat ouder is kan de tandarts of orthodontist adviseren om een beugel te plaatsen. Alvorens het aanmeten van een beugel is het van belang om de oorzaak, van de verandering van de vorm van de kaak, aan te pakken. Op het moment dat dit niet gedaan zal worden is de kans zeer groot dat de kaak zijn oude vorm weer aanneemt na het verwijderen van de beugel.